De workshop was goed bezocht, met ongeveer 25 deelnemers. Lineke en Esther stelden zichzelf voor en maakten een rondje langs de deelnemers met de vraag: ‘Waarom heb je voor deze workshop gekozen?’. De redenen waren zeer gevarieerd (een jongen was in de zaal komen zitten omdat hij een stopcontact zocht om zijn mobieltje op te laden). De meeste deelnemers waren echter gekomen uit interesse voor kleinschalige (ICT) projecten met jongeren in een ontwikkelingsland. Vaak hadden zij zelf ook ervaring met dit soort projecten.
Na de introductie presenteerde Lineke het onderwerp waarover zij het deze workshop wilde hebben: Samenwerking tussen de Nederlandse en Senegalese jongeren. Tijdens het project had ze een verschil in de houding van Senegalese jongens en meisjes gemerkt. Vanuit deze ervaring legde ze volgende casus voor aan de deelnemers voor:
Casus
Stel je eens de volgende situatie voor…
Je bent met een Senegalese meisje en een Senegalese jongen uit Dioffior, beiden 26 jaar, in een groep ingedeeld. Samen gaan jullie interviews houden in het dorp Dioffior.Van tevoren bereiden jullie de vragen voor. De jongen neemt veel aandeel in de voorbereiding. Hij bedenkt samen met jou vragen en let er daarnaast op dat alles netjes wordt opgeschreven. Het meisje kijkt belangstellend toe, maar maakt geen opmerkingen uit zichzelf.
Na een uur is de vragenlijst klaar en jullie kunnen het dorp in. Als eerste gaan jullie naar een school, om daar een vertegenwoordiger van een wijkorganisatie te interviewen.Tijdens het interview gaapt het meisje na een kwartier en begint tijdens de rest van het interview om zich heen te kijken. De jongen luistert net als jij tijdens het interview belangstellend naar alle antwoorden die de vertegenwoordiger geeft en schrijft ook dingen op. Aan het einde van dit interview lopen jullie terug naar het centrum.
Wat is nu jouw mening over het meisje in jullie groep?
Antwoorden:
- A. Zij lijkt niet gemotiveerd. Het interesseert haar blijkbaar niet om aan dit project mee te werken.
- B. Ze neemt een passieve houding aan, omdat dit zo hoort. In haar dorp wordt het niet gewaardeerd als een meisje zich assertief opstelt.
- C. Ze weet duidelijk niet te waarderen aan wat voor leuk project ze meedoet. Misschien is het beter als iemand anders in haar plaats komt.
- D. Ze kan het volgens mij niet. Ze heeft geen vaardigheden om een interview voor te bereiden en uit te voeren.
Voor antwoord C koos geen enkele deelnemer. Voor antwoord D koos 1 deelnemer en antwoord A kozen twee mensen. Tien deelnemers kozen voor antwoord B. Ook waren er deelnemers die hun eigen antwoord toevoegden. Dit werd E genoemd in de workshop:
E. Dit is te weinig informatie om een juiste interpretatie te kunnen maken, er moet eerst worden achterhaald wat er precies aan de hand is.Het juiste antwoord was B volgens de persoonlijke inschatting van Lineke tijdens het project. Antwoord E was daarnaast ook als antwoord een verstandige keuze naar haar mening en de mening van de deelnemers. De deelnemers stelden vragen zoals waar ze deze inschatting op had gebaseerd. Lineke vertelde dat het meisje, nadat ze haar had aangemoedigd om haar stem te laten horen, wel van zich liet horen. Verder had ze hetzelfde gedrag ook bij andere meisjes in het project gezien. Een deelnemer merkte op dat het meisje zich misschien wel assertiever had op gesteld om haar een plezier te doen. Lineke stemde er mee in, dat dat inderdaad mogelijk was. Het leek echter er op dat het meisje het zelf ook prettiger vond om actief en assertief mee te doen aan het project. Ze was levendiger sinds ze meer actief meedeed en ook de andere meisjes lieten merken dat ze het prettig vonden om in een groep te werken waar hun medewerking werd gevraagd. Het is in ieder geval altijd goed om je af te vragen waar je je verklaring op baseert. Verder is het goed om na te gaan of er nog andere verklaringen voor gedrag mogelijk zijn.
Na deze levendige discussie over het gedrag van het meisje en de oorzaken daarvan, werd overgegaan tot het tweede gedeelte van de workshop. Uitgaande dat de oorzaak van het gedrag van het meisje antwoord B was (Ze neemt een passieve houding aan, omdat dit zo hoort. In haar dorp wordt het niet gewaardeerd als een meisje zich assertief opstelt.) gingen de deelnemers oplossingen zoeken voor deze situatie. Dit werd met enthousiasme en levendige gesprekken gedaan. Nadat Lineke elk groepje had uitgenodigd om hun beste oplossing te kiezen en te presenteren kwamen de volgende oplossingen op het bord:
- Kijken naar een manier om de betrokkenheid van het meisje te vergroten, die voor haar passend is.- Het meisje met kleine stapjes stimuleren om assertiever te worden. Bijvoorbeeld eerst oefenen voor een interview. Een informeel interview houden met iemand die niet van grote betekenis is in het dorp.- Eventueel een aparte mannengroep en vrouwengroep die de interviews afnemen. Een aantekening van iemand in deze groep was echter wel dat je daarmee niet echt iets veranderd, want dan blijven de vrouwen op de achtergrond in een gemengde groep. Je hebt zo kans dat je de uitsluiting van vrouwen versterkt.- Meer achtergrondinformatie vragen aan de mensen van het jongerencentrum of de mensen in het dorp. Hoe kunnen we het beste met de situatie omgaan dat een meisje zich niet assertief opstelt in een gemengde groep?- Een informele en veilige setting creëren, niet meteen met de hoogste mensen gaan praten.- Niet het probleem als zodanig bij haar aankaarten, maar op een taakgerichte in plaats van persoonlijke manier proberen haar aandeel in de groep te vergroten. Het is vooral belangrijk om steeds te evalueren, met het hele groepje, inclusief haar, hoe de interviews gegaan zijn, of ze tevreden zijn, of dat ze dingen anders zouden willen, en hoe dan.Lineke heeft deze situatie in Senegal meegemaakt. Haar oplossing was in eerste instantie om het aandeel van het meisje te vergroten door de vragen zo te verdelen dat iedereen er evenveel kreeg (3 of 4). Dit zorgde echter niet voor een echte oplossing, want het meisje las de vragen wel voor, maar haar betrokkenheid werd niet echt groter, zo bleek bij het eerste interview.
Na het interview heeft Lineke samen met het meisje gesproken over het interview. Ze zei dat ze haar aandeel miste en haar aandeel ook zou waarderen. Ze liet merken dat het meisje de vrijheid had om ook vragen te stellen en initiatief te nemen. De boodschap was dat initiatief van haar werd gewaardeerd. Als het meisje initiatief toonde, liet Lineke merken dat ze het waardeerde.
In de tweede week kwam Lineke in een groepje met twee andere Senegalese meisjes. Van andere Nederlandse deelnemers had ze over hen gehoord dat zij niet echt meededen. Voordat ze begonnen, sprak Lineke met hen er over dat ze het prettig vind als ze meedoen. Verder vroeg ze hen, om als zij een probleem hadden, dit aan haar te zeggen, in plaats van tijdens het werken aan de interviews weg te lopen. Daarbij genomen dat Lineke goed Frans sprak, ontstond er een prettige sfeer.
Bij het bespreken van deze oplossingen van Lineke zelf kwamen een paar dingen naar voren.
Ten eerste viel het deelnemers aan de workshop dat er echt contact leek te zijn ontstaan tussen Lineke en de meisjes. Of je je nu houdt aan culturele codes of niet, echt contact is belangrijk in de samenwerking. Bij intercultureel contact is het de kunst om de ander te verleiden om echt contact te maken, de ander (en jezelf) te verleiden zich open te stellen voor het nieuwe. Met een open en geïnteresseerde houding kunnen jongeren andere culturen van binnenuit leren kennen en kunnen zij manieren vinden om goed samen te werken en cultuurverschillen te overbruggen.Sommige deelnemers van de workshop dachten dat het op die manier misschien nog te veel opgelegd was en te weinig vanuit de Senegales meisjes zelf kwam. Is het belangrijk dat het Senegalese meisje het zelf prettig vindt om een grotere rol te hebben in het groepje of is het doel dat zij assertief meedoet? Een zinvol vraagteken bij het doel van de samenwerking kwam zo uit de workshop.
Naast dit thema van interculturele verschillen hebben we het ook over enkele andere projectgerelateerde thema’s gehad, onder andere over de vraag hoe het gevoel van eigenaarschap en eigen verantwoordelijkheid bij de partnerorganisatie vergroot kan worden, zodat het niet gezien wordt als een project dat bovenaf wordt opgelegd door een Westerse organisatie, wat onvoldoende gedragen wordt door de lokale bevolking en daarmee weinig kans van slagen heeft.
Ook hebben we het gehad over dat sociale verhoudingen en omgangsvormen heel belangrijk zijn in het dorp waar het project plaatsvindt. Esther noemde dat het belangrijk is om die zorgvuldig in kaart te brengen en daar rekening mee te houden. Als de juiste personen het project niet steunen dan heeft het geen kans van slagen.
Aan de andere kant vulde Lineke aan dat het soms ook prettig kan zijn om niet alles te weten en niet met alles rekening te houden. Zo plons je als het ware als buitenstaander in de cultuur en leer je met sommige dingen vanzelf zwemmen. De mensen in Dioffior toonden zich vaak flexibel in hun omgangsvormen. Zo kunnen er bepaalde dingen ook in beweging komen, doordat niet met alles rekening wordt gehouden.
Uiteindelijk is het onmogelijk om van te voren alles te weten en met alles rekening te houden. Maar dat is misschien ook het mooie aan culturele uitwisseling: het ontdekken.
In deze workshop hebben we ook van alles ontdekt. We hebben ingezoemd op de rol van een aantal meisjes in het project. De deelnemers hebben met deze workshop nagedacht over wat zij zouden doen in de samenwerking met de Senegalese meisjes en jongens uit Dioffior. De deelnemers kwamen met zinvolle kritische opmerking die Lineke weer aan het denken zette. Al met al een zinvolle ontdekkingsreis in het lokaal van het NSF. En nu zijn wij, Lineke en Esther, nog benieuwd hoe het deze deelnemers aan deze workschop zou vergaan als zij in Dioffior in de realiteit zouden samenwerken met de Senegalese jongeren!